Tegenwoordig worden mensen steeds ouder en dat heeft bijvoorbeeld ertoe geleid dat de AOW leeftijd van 65 naar 67 jaar is gegaan. Vergeleken met 30 jaar geleden wordt de gemiddelde Nederlander nu zo’n 5 jaar ouder dan in de jaren 80. Door de toenemende vergrijzing stijgt ook het aantal mensen met een mobiliteitsbeperking. Maar liefst een kwart van alle 65-plussers hebben moeite met lopen, opstaan, bukken of het dragen van een tas. Dat betekent dat zij grotendeels afhankelijk zijn van hulpmiddelen, zorg of vervoersmogelijkheden. Mobiliteitsbeperkingen leiden ook tot de afname van sociale contacten, waardoor veel ouderen eenzaam raken.
Wat zijn mobiliteitsbeperkingen en hoe worden ze veroorzaakt?
Onder mobiliteitsbeperkingen worden problemen verstaan die met bewegen en vervoer te maken hebben. Veel ouderen kunnen geen lange afstanden meer lopen, zware objecten tillen of iets oprapen van de grond. Ook traplopen wordt steeds minder. Daardoor worden ouderen steeds afhankelijke van vervoersmogelijkheden of hulp in de zorg. De meeste mobiliteitsbeperkingen worden veroorzaakt door aandoeningen en klachten aan het lichaam, zoals reuma, artrose of gewrichtsontstekingen. Daarnaast spelen valpartijen of ongelukken ook een belangrijke rol bij mobiliteitsbeperkingen. Door deze gebeurtenissen moeten ouderen steeds meer kalmeringsmiddelen slikken om de pijn te verzachten en beter te kunnen functioneren in het dagelijks leven.
Mobiliteitsbeperkingen en hulpmiddelen
Ouderen die met mobiliteitsbeperkingen kampen, worden ook steeds afhankelijker van hulpmiddelen om te kunnen bewegen. Van de 75-plussers maakt 70% gebruik van een hulpmiddel om te kunnen lopen. Denk bijvoorbeeld aan een rollator, looprek of wandelstok. 27% gebruikt een rolstoel of scootmobiel. Ook worden er voor het vallen de nodige maatregelen getroffen. Veel ouderen dragen namelijk heupbeschermers om de val te breken bij een eventueel ongeluk. Maar ook in het huishouden worden hulpmiddelen steeds belangrijker.
Daarbij kun je denken aan een douchestoel waarop ouderen kunnen zitten tijdens het douchen. Of wandbeugels bij het toilet om overeind te komen. Een klein deel van de ouderen met mobiliteitsbeperkingen geeft aan geen hulpmiddel te hebben, maar wel nodig te hebben. Het is dus belangrijk dat ouderen met mobiliteitsbeperking op tijd worden voorzien van de juiste hulpmiddelen om zo goed te kunnen functioneren.